Kampioenen’-striptekenaar gaf tieners rooie oortjes: “Met seks kon je vroeger verder gaan dan in deze preutse tijden”

Hec Leemans wordt gehuldigd op zijn geboortegrond Temse

GENT / TEMSE – Zijn naam heeft niet de weerklank van reuzen als Hergé, Willy Vandersteen en Marc Sleen. Maar met FC De Kampioenen tekent Hec Leemans (70) vanuit Baarle bij Gent wel de op één na succesvolste stripreeks van de afgelopen jaren. “Om dat te behouden, leg ik mezelf al vijftig jaar lang een hels werkritme op.” De striptekenaar werd geboren in …Temse.

Deze week wordt hij gehuldigd in zijn geboortestad Temse, maar Hector Leemans heeft al 45 jaar zijn hart verpand aan Gent. “Al toen ik hier als jonge twintiger arriveerde, wist ik dat Gent een stad is op mijn formaat”, vertelt Leemans, die dit jaar met zijn vrouw Marie-Jeanne zijn zeventigste verjaardag viert in hun bungalow in Baarle.

“Hier heb ik in 1969 mijn eerste strip gepubliceerd in de krant Het Volk. Veel strip­scenario’s zijn geschreven terwijl ik urenlang in het café van Vooruit of brasserie ’t Vosken zat. Het geroezemoes van de klanten rondom mij heeft altijd inspirerend gewerkt.”

Na meer dan 100 albums van FC De Kampioenen en 96 van Bakelandt is Leemans actiever dan ooit. “Ik werk eigenlijk al vijftig jaar non-stop. Zes dagen op zeven, van pakweg 10 tot 20 uur. Gelukkig blijft mijn hand soepel. Dat komt ook omdat ik nooit langer dan vier uur aan een stuk achter mijn tekentafel zit.”
(bron: HN/Geert Neyt)

Hec Leemans achter zijn tekentafel in Baarle: “Ik werk eigenlijk al vijftig jaar non-stop, zes dagen per week. Maar nooit langer dan vier uur aan een stuk.” FOTO: FVV

Klik hieronder door voor het volledige interview

Zou je het niet liever wat kalmer aan doen?

“De leeftijd laat zich stilaan voelen maar ik blijf werken in een hels ritme. De tijdsdruk is hoog. Ieder jaar moeten vier albums verschijnen van FC De Kampioenen. Dat kan je onmogelijk alleen bolwerken. Ik bedenk de verhalen en maak voor elk plaatje de ruwe schets en de dialoog. Een medewerker werkt de tekening af en stuurt die terug ter controle. We vormen een team van vijf man waarvan ik de regisseur ben.”

Het was een gouden idee van jou in 1995 om een strip te maken van de succesvolle tv-reeks. Was het makkelijk om de gezichten van de acteurs te tekenen?

“Zoiets moet langzaam groeien. Ik ben van nature een realistische tekenaar maar voor een pure kolderstrip als FC De Kampioenen heb je karikaturen nodig. Ik heb voor elk gezicht de goedkeuring gevraagd van de acteur. Ik herinner me dat An Tuts (Doortje, nvdr.) me het advies gaf om de lippen van haar personage altijd bloedrood te kleuren. Markske was misschien de moeilijkste. Na vijfentwintig jaar mag ik echter zeggen dat alle figuren vlotjes uit mijn hand vloeien.”

“Ik heb voor elk gezicht de goedkeuring gevraagd van de acteur.” FOTO: FVV

Moet je de Vlaamse ziel door en door kennen om van zo’n reeks als ‘FC De Kampioenen’ een blijvend verkoopsucces te maken?

“Ik vind die strip helemaal niet Vlaams; de situaties en grappen zijn universeel. Daarom vind ik het ook onzin dat FC De Kampioenen te Vlaams zou zijn om in het buitenland aan te slaan. Het is zeer jammer en absoluut een gemiste kans dat geen enkele uitgeverij ooit ernstig heeft gepoogd om de Kampioenenstrip in het buitenland te verkopen. Twintig jaar geleden had men in Frankrijk een voet tussen de deur kunnen steken. Nu is het striplandschap te versnipperd om nog te proberen een nieuwe serie voor een breed publiek te lanceren. Je hebt een tv-serie nodig om iets nieuws te doen slagen.”

Je andere succesreeks, ‘Bakelandt’, is helemaal anders dan ‘FC De Kampioenen’.

“Die reeks rond de beruchte, 18de-eeuwse, West-Vlaamse struikrover Lodewijk Baekelandt was een van de voorstellen die ik in 1975 deed aan de krant Het Laatste Nieuws, die een dagelijkse strip wou maken. Omdat de toenmalige eigenaar en diens vrouw West-Vlamingen waren, kozen ze voor Bakelandt. Voor die historisch-realistische serie heb ik veel research gedaan. Na 96 albums voelde ik dat het verhaal in 2006 was afgerond.”

Misschien wel het opmerkelijkste personage was Rooie Zita, de roodharige vriendin van Bakelandt die in de jaren 70 en 80 in menig tienerlichaam hormonale stormen deed woeden.

Rooie Zita in ‘Bakelandt’: “Zij heeft blijkbaar wel impact gehad op de geesten.”

“Zo veel mannen hebben me al gezegd dat ze als jongen die strip met rooie oortjes hebben gelezen. Rooie Zita heeft blijkbaar wel een impact gehad op de geesten. Nu, een hoofdrol voor een sterke vrouw die van zich afbijt, was toen ook revolutionair. In die wilde jaren zeventig kon je er ook een seksueel tintje aan geven. Ik herinner me dat ik Rooie Zita eens naakt in bad had gezet en de brave eindredacteur achter mijn rug haar tepels had verborgen achter enkele golfjes water. (lacht) Met seks in een strip kon je toen veel verder gaan dan in de preutse tijden waarin we nu leven.”

Gents circulatieplan inspireert Kampioenen

Foto:IF

“Soms pluk ik voor een verhaal iets uit de realiteit”, vertelt Hec Leemans. “Voor De Kampioenen trappen door, dat in juni in de winkels ligt, laat ik de personages reageren op het verkeersvrij maken van hun stad. Voor de grappige situaties heb ik me laten inspireren door de perikelen rond het Gentse circulatieplan en de lage-emissiezone. Zo wordt de Ferrari van Boma, die maar 20 km/u mag rijden, vlotjes ingehaald door Pascale en Maurice op hun elektrische step en bedenken de personages allerlei gekke nieuwe vehikels.”

Een lang interview van David Steenhuyse met Hec Leemans verschijnt in boekvorm als ‘50 Jaar Kampioen’, Standaard Uitgeverij, 160 blz., 20 euro.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *